zondag 3 juni 2012

Een pittig tochtje naar de Azoren

Na 98 uur varen, ruim 4 dagen en 4 nachten, draaien we ’s morgens de haven van Santa Maria binnen. De bemanning van de Bold Black Bear en de Fly Away staat ons al op te wachten. Fuuu, we zijn er!

Als we van Madeira vertrekken is er nauwelijks wind en dat zal de komende twee dagen zo blijven. Motor dus aan en knorren maar. Er is nog wel een verwarrende deining die tegen staat en die de boot nogal heen en weer gooit. We voelen ons allebei niet zo fit, Rutger ondanks de antizeeziekte pleister, en ’s ochtends offeren we ons ontbijt al snel aan Neptunus. De zee is oogverblindend leeg: slechts nu en dan een pijlstormvogel, een paar dolfijnen in de verte, maar geen walvissen. Blijkbaar speelt het zeeleven zich vooral onder onze kiel af. Wel prachtige wolkenpartijen. Overdag slapen we afwisselend en knappen langzamerhand wat op. We varen samen op met de Bold Black Bear en de Fly Away. We komen toch weer in het ritme van slapen, eten en wacht lopen en halen de geplande 120 mijl per dag.

Op de derde dag komt er wat wind. We zetten onze gennaker bij, een licht zeil van 104 m² en scheuren er van tussen. Na een uurtje of twee neemt de wind nog meer toe en moeten we het zeil strijken. Met moeite krijgen we het terug in de slurf. Omdat de wind van opzij komt, worden we steeds op één oor gegooid. De wind blijft maar toenemen tot zo’n 19 knopen (windkracht 5) met vlagen tot 26 knopen (windkracht 6). We zetten ’s avonds om 22.30 uur een eerste rif en ’s nachts om 2.30 uur een tweede rif. Ondanks de twee reven vliegen we met 7 mijl per uur over de zee. De golven nemen ook behoorlijk toe met een deining tot zeker 3 meter. De andere boten kunnen harder en na een paar uur zijn ze uit zicht. Op de marifoon hebben we ’s avonds nog net even contact met elkaar.

Ik probeer te slapen. De boot gaat heen en weer en op en neer en ik zoek naar een houding waarbij ik niet van de bank gegooid wordt. Ik hoor de klappen van de golven tegen de romp en de dreunen als de boot in een golfdal valt. Onder mij klotst het water in de watertanks en klingelen de wijnflessen tegen elkaar aan. Ik doezel een beetje weg. Plotseling hoor ik het geraas van water dat de kajuit binnenstromen: help, zit er een lek in de romp? Ik schrik me wild en spring van de bank op. Het was echter een enorme golf die in de kuip knalde, over Rutger heen en door het raampje de achterhut binnen. De rest stroomde via het trappetje de kombuis binnen. Gezellig. Dweilen dus maar, zo goed als het gaat in het donker.

De vierde dag is het eerst nog heftig, dan valt opeens de wind weg en draait tegen! Een warmtefront! De motor maar weer aan. We hebben ruim 24 uur kunnen zeilen. Na een paar uur draait de wind steeds gunstiger, maar neemt ook weer behoorlijk toe. We zijn er nog niet. De nacht door blijft het pittig doorwaaien. In de ochtend krijgen we, hoera, land in zicht: Santa Maria, gehuld in een groot grijs wolkendek. Nog even en we zijn op de Azoren!

Om 09.30 uur lokale tijd meren we af in de jachthaven van Santa Maria. Op de steiger staan we nog na te deinen van alle golven. We ruimen snel Zeezot een beetje op, knallen de champagne open, toasten met z’n allen op een goede overtocht en wisselen onze belevenissen uit.
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten