zaterdag 28 april 2012

Delivery naar het noorden

Zus en zwager, die hun schip ook in de Algarve hebben liggen, willen, in verband met gezondheidsproblemen, de boot graag weer in Nederland hebben. Wij helpen hen een stuk naar het noorden te varen.

Het is een lastig traject, omdat langs de westelijke Portugese en Spaanse kust meestal een (harde) noordenwind waait en er een beetje stroom tegen is. Het weer is nog steeds niet goed. Half april lijkt het wat beter te worden en op 17 april varen we Lagos uit met een niet al te harde noordenwind. Tot aan Cabo Vicente kunnen we heerlijk zeilen, daarna, als we de bocht naar het noorden nemen, gaat de wind pal tegen staan en wakkert steeds verder aan, totdat het uiteindelijk 28 knopen (windkracht 7) over dek waait. Op een gegeven moment merken we dat het anker niet meer aan de boeg hangt: door de hoge golven is het losgekomen en hangt zo’n 4 meter aan de ketting in zee! We hijsen het weer op en borgen het nu goed! Ons oorspronkelijke plan om in een keer naar Lissabon te varen, laten we schieten. De bemanning voelt zich door de hoge golven die pal van voren komen steeds minder fit worden. Het eten slaan we maar over. Crackertjes en bananen voldoen. Het laatste traject naar Sines hangen zus en ik in de kuip, zus half liggend en met gesloten ogen en ik als en zombie voor me uit starend. Nu en dan werpen we een blik om ons heen. Om middernacht meren we af in de haven van Sines.

We hebben even rust, want het blijft te hard waaien. We liggen te rukken aan de steiger en verkassen naar een ander plekje. Na twee dagen varen we verder naar Lissabon, een tochtje van acht uur in rustiger omstandigheden. We meren af in de Oeires jachthaven, aan het begin van de Taag, waar we hartelijk worden ontvangen en gratis mogen liggen!

Ook de tocht naar Nazaré verloopt soepel met niet al te veel wind meer en minder golven, die wel nog steeds tegen staan. Havenmeester Mike loodst ons naar een superklein steigertje van zo’n meter of vijf, waar het schip met zijn 15 meter aan beide kanten ruimschoots uitsteekt. Maar we liggen en het is maar voor één nacht. De volgende dag varen we in 24 uur in kalme weersomstandigheden naar Vigo in Spanje. Er wordt later opnieuw hardere wind voorspelt en we willen niet vast komen te liggen in Porto. 's Nachts trekt de wind weer aan en nemen de golven toe. ’s Ochtends varen we nog in het donker de Ria de Vigo binnen en om 7.30 uur meren we af in de Club Real de Vigo. Hier laten we het schip liggen, jammer genoeg zullen we La Coruna niet meer halen. De weersomstandigheden laten dat niet toe. Begin juni vaart een andere crew het schip verder naar het noorden.

We hebben nog een heerlijke lunch met Spaanse vrienden bij Bar El Puerto: schalen vol met de heerlijkste schaaldieren en vissen, rijkelijk vergezeld van een verrukkelijke Albarinho-wijn. Dan scheiden onze wegen zich: zus en zwager vliegen terug naar Nederland en wij gaan met de trein naar Lissabon, waar we nog een nachtje in een hotelletje blijven en ’s avonds in de stromende regen een eethuisje zoeken. De volgende dag met de bus naar Lagos, waar we een bijna lege haven aantreffen: alle zeilvrienden zijn bijna vertrokken. Gelukkig is Rob er nog wel en we kletsen gezellig bij in de Marinabar.

De weersvoorspellingen blijven zeker de eerste week te slecht om richting Madeira te varen: nog steeds harde wind uit de verkeerde richting en regen. We zullen nog wat geduld moeten hebben.

zaterdag 14 april 2012

Pasen op de Guadiana

Het is voorlopig even afgelopen met het mooie weer. De weergoden willen alsnog de droogte van de winter goedmaken en de voorspelling is veel regen en lagere temperaturen dan we gewend zijn. Toch besluiten we op 1 april te vertrekken. Zeilpak maar aan dan. We ankeren twee dagen in Culatra, een eiland vlak onder Faro en varen dan door naar Ayamonte, de eerste plaats in Spanje vlak voorbij de monding van de grensrivier de Guadiana. We komen met hoog water aan en hebben dan bij de drempel nog 3.20 m onder de kiel. Dus bij laag water hier binnenvaren is niet verstandig.

Het is Semana Santa in Ayamonte, heilige week, en acht avonden is er een grote processie die om 21.30 uur begint en eindigt om 1.30 uur ’s nachts. De nacht vóór Goede Vrijdag gaat het zelfs door tot 5.30 uur in de morgen! Er worden elke avond een aantal stellages zo groot als megacampers van wel 4 m hoog door de nauwe straten en pleinen rondgedragen, voorafgegaan door in witte gewaden geklede mensen met punthoeden en hoofdkappen die alleen de ogen vrijlaten. Op de borst is een rood kruis aangebracht. Eén gevaarte heeft een vergulde, bewerkte rand met op de vier hoeken grote lantaarns. Bovenop een beeld van Jezus die het kruis torst. Een andere heeft een zilveren bewerkte rand met grote kandelaars , veel kaarsen, grote boeketten witte bloemen en een baldakijn, waaronder Maria in een rood met gouden mantel devoot geknield afgebeeld is. De stellages worden gedragen door ongeveer 35 dragers, die verborgen zitten onder de gevaartes. Daarachter een fanfare met luide trommels en klaaglijk schetterende tonen van kleine trompetten. Elke drie minuten wordt er een pauze gehouden en wordt het geval op zijn poten gezet. Na enkele minuten rust wordt driemaal met de klopper op het gevaarte geklopt en wordt het weer in de hoogte gehesen, voetje voor voetje de bocht om in de nauwe straatjes en dan weer in volle vaart vooruit. In totaal zijn er 10 verschillende gemaakt, die het verraad en het lijden van Christus en de devotie van Maria weergeven. Honderden mensen en (kleine) kinderen zijn tot diep in de nacht bijeen om de processie te volgen en te eten en te drinken in en voor de bars.

Na al deze devotie varen we de Guadiana verder op. Achter de 22 meter hoge brug de slingert de rivier zich door steeds hoge wordende groene heuvels. Door een verlaten landschap passeren we slechts een paar kleine dorpjes. Er zijn nog resten van nederzettingen van 5000 jaar geleden. Allerlei vogels kwinkeleren in de bosschages op de oever. Na ongeveer 30 km komen we bij twee tegenover elkaar liggende dorpjes aan, Alcoutim aan de Portugese en Sanlúcar aan de Spaanse kant, allebei tegen de helling aan gebouwd met witgepleisterde huizen. We gaan hier voor anker tussen de vele boten. Het tijdsverschil tussen beide landen is een uur, dus de kerkklokken slaan om beurten ieder hun eigen tijd. In Alcoutim is een Feira de Dolce, kraampjes met heerlijk gebak, muzikaal ondersteund door een plaatselijke band. Jammer dat de regen met bakken uit de hemel valt. Op eerste paasdag, als wij rustig ons paasontbijt in het zonnetje nuttigen, barst tijdens de mis aan de Spaanse kant het vuurwerk los. Ze kunnen het niet laten die Spanjaarden. We brengen een paar heerlijke dagen door op de Guadiana, ook zien we een aantal havengenoten uit Lagos terug. Tijdens het keren van het tij horen we de ankerketting griezelig over het anker heen knarsen en schuren, maar onze Rocna houdt ons keurig op de plek.

Als we 's ochtends vroeg van de ankerplek vertrekken hangt er een zilveren mist boven de rivier. We bezoeken Vila Real de Santo Antonio aan de Portugese kant van de monding van de Guadiana. De stad is geheel verwoest door een soort tsunami in het begin van de 17e eeuw en is pas in 1774 herbouwd in een rechthoekig stratenplan, ontworpen door Marques de Pombal. Toch een gezellig stadje, met een groot plein waar de zoete geur van de sinaasappelbloesem overheerst.

Dan nog even terug naar Culatra om Rutgers hoed op te halen, die hij op de heenweg in een restaurantje heeft laten liggen. Ik kan een heel verhaal vullen, wat zeg ik, een boek schrijven over de belevenissen van Rutger’s (verdwenen) hoedjes. De tocht begint rustig met weinig wind. Lekker zeilen. Halverwege de ochtend gaat de wind tegenstaan en steeds harder waaien, tot zo’n 22 knopen (windkracht 6). Onaangenaam vanwege de hoge golven en we komen maar langzaam vooruit. Als we de nauwe ingang bij Culatra invaren gaat het nog harder blazen. We ankeren bij 26 knopen wind en liggen een paar uur te stuiteren op de witgekuifde flessengroene golven. Hoedje halen met het bijbootje is er even niet bij. De volgende dag is de rust weergekeerd en kunnen we, hoera, het hoofddeksel uit de handen van de bijna tandeloze Carlos in ontvangst nemen.



















zondag 1 april 2012

Het zeegat uit

De afgelopen week hebben we genoten van het bezoek van kinderen en kleinzoon. We laten ze de omgeving zien: de steile rotsen van de Piedade, Cabo Vicente, Alvor en de rotsachtige kust en surfstranden bij Carrapateira. We eten heerlijk visjes en schelpdieren op het strand of op de boot. Het is supergezellig. Kleinzoon Thomas vindt het heel spannend op de boot en wil vooral bij mamma zijn. Als ze even weg is, staat hij heel zielig in de kuip. De ogen vullen zich bijna met tranen en het onderlipje begint te trillen. Hij wil zelfs geen banaan! Op alle vragen schudt hij resoluut zijn hoofd. Opa tilt hem op schoot en spreekt hem troostend toe. ‘Kom maar bij opa. Fijn hè, zo even mannen onder elkaar.’ Voor het eerst knikt hij vol overtuiging opa toe. Maar op het strand spelen met de kiepauto is wel genieten!

Vanaf maart is er beweging in de haven ontstaan en beginnen er wat boten te vertrekken. Jan en Boukje zijn de eersten. Een oergezellig afscheid in de Marina bar met veel drank en lekkere hapjes, waarbij we tevens de verjaardag van Boukje vieren. Of was het omgekeerd?
Andere boten gaan de wal op voor reparaties, schoonmaken en verven van het onderwaterschip, mast erop laten zetten of een verfbeurt van de romp.

We hebben in Lagos deze winter ontzettend veel leuke mensen ontmoet, waarmee we lief en leed hebben gedeeld, wandelingen hebben gemaakt, veel geborreld, gegeten en gekletst hebben. Sommigen waren hier de hele winter, anderen ging soms voor kortere of langere tijd terug naar Nederland. Lagos is een fijne plek om te liggen: zeilers uit vele landen, een gezellige stad met heerlijke restaurantjes en goede winkels, treinstation vlak achter de Marina en het vliegveld van Faro niet ver weg. De temperatuur blijft ‘s winters ook aangenaam. Lagos wordt wel velcro-city genoemd, klittenband-stad: veel mensen blijven hier plakken, of komen zelfs elke winter terug of kopen als ze stoppen met het zeilen een appartement in Lagos.
Maar nu gaat iedereen zijns weegs. Sommigen richting Middellandse Zee, anderen richting Madeira en Azoren of terug naar Nederland. Een aantal zullen we wel ergens onderweg tegenkomen.

Wij vertrekken vandaag uit Lagos om voor twee weken wat in de buurt rond te varen richting Spanje en de Guardiana, de grensrivier tussen Spanje en Portugal. Daarna helpen we zus en zwager hun boot een stuk naar het noorden te varen langs de Portugese en Spaanse kust. Dan gaan we begin mei met de trein terug naar Lagos om met de Zeezot richting Madeira en de Azoren te gaan. We hebben veel zin om te gaan varen, we hebben lang genoeg in de haven gelegen!