woensdag 16 november 2011

Van zomer naar herfst

Lagos verkennen zit er nog steeds even niet in. Ik wordt geveld door een griepje, het weer blijft wisselend met veel wind en heel veel regen. Wel krijgen we bezoek uit Nederland en vieren we gezellig mijn verjaardag.

Dan vragen dierbare medezeilers , die hun auto graag in Nederland willen hebben, maar zelf wegens omstandigheden niet in staat zijn om te rijden, ons of wij dit voor onze rekening willen nemen.

We pakken ons koffertje, stouwen de auto vol met allerhande belangrijke zaken en vertrekken in de stromende regen richting Lissabon. De kleur van het water in de haven is veranderd van azuurblauw in melkchocoladebruin. Door de zware regenval van de afgelopen dagen is de okerkleurige aarde met de rivier stroomafwaarts gedreven. De wolken hangen laag boven de heuvels en ontnemen ons het zicht op de zee. Na drie uur rijden, als het net droog is, begeeft de lift van het bestuurdersraam het en blijft het raam wijd open staan na een stop bij een tolpoort. Toch wel wat fris, dus we hijsen het raam omhoog en zetten het klem met een dubbelgevouwen parkeerkaarthoesje.

In Portugal rijden we door een landschap van groenblijvende bomen die er door de regen fris uitzien. Het is allemaal wat minder stoffig en hier en daar groeit gras tussen de gele uitgedroogde velden door. De bomen hangen vol sinaasappels. Ter hoogte van Lissabon slaan we af naar het oosten en rijden de imposante Sierra de Estrela door: fraaie met dennenbossen gestoffeerde heuvels met kleine verspreide dorpjes. In Spanje de weidse hoogvlakten: brede gele vlaktes, lage heuvels, uitgestrektheid. We laten Salamanca liggen en rijden door naar Valladolid, waar we een hotel in het centrum vinden, pal naast het Plaza Mayor. Het is een modern aandoend groot vierkant plein met marmeren plaveisel, waarvan de roodgeverfde huizen en het statige stadhuis ‘s avonds feeëriek verlicht zijn. Op straat is het een drukte van belang. Nog steeds straattheater, winkelende mensen en veel kinderen die slaperig in hun kinderwagens rond worden gereden.

Al snel belanden we in het straatje waar ‘de’ tapasrestaurants liggen en we eten heerlijk in los Zagalos, die terecht veel prijzen in de wacht heeft gesleept. Op de kaart staan onder andere ‘Bocadillo Obama nel Casa Blanca’ en een ‘breadbag’ (2e prijs dit jaar!): een zwart minihoesje met rits waarin net een piepklein gevuld broodje past.

De volgende dag rijden we door Noord Spanje. Hier en daar zien we al wat herfstkleuren tussen het groen. Prachtige rode perzikboompjes en gele populieren. De bochtige weg door de uitlopers van de Pyreneen en de Picos is spectaculair: steile passen, hoge kale rotsen, auto’s en treinen die zich door de nauwe kloven persen. Inmiddels laat de zon zich nu en dan zien tussen de wolken door.

In Frankrijk wordt het landschap wat vlakker in het duingebied van Les Landes. Verder naar het noorden beboste hellingen die uitbundige herfstkleuren vertonen in alle schakeringen tussen rood en bruin en beschenen worden door een krachtige najaarszon.

We overnachten in hotel Colbert in het centrum van de universiteitsstad Tours. Pluche vloerbedekking, krakende trappen, mooie vergane glorie. Na een Belgisch biertje in een Ierse kroeg met veel studenten met baarden, eten we klassiek Frans in een modern jasje. We slenteren nog wat door het centrum en staan plotseling voor de monumentale gotische kathedraal met zijn twee hoge torens. De bouw ervan heeft drie eeuwen geduurd. Jeanne d ‘Arc heeft trouwens in dit stadje haar harnas gekocht voordat ze optrok naar Orléans.

De herfstkleuren gaan in Noord Frankrijk langzaam over in grijstinten van bomen die hun bladeren al hebben verloren en als we na 2500 km Nederland binnenrijden is het echt najaar: koud, mistig en kaal. In drie dagen van zomer naar herfst.