zondag 18 september 2011

Inktvis en dolfijnen

‘Happy birthday to you, happy birthday to you’… Het Portugese zeilbootje vaart tussen onze met vlaggetjes versierde schepen door en de vier aanwezige bemanningsleden zingen Rutger luidkeels toe. We liggen met drie schepen, Spirit van Elsbeth en Willem, de Zeezwaluw van Ineke en Riens en wij met de Zeezot, op een wonderschoon plekje in de rivier de Sado, beschut achter een schiereiland bij Setúbal. De daar woonachtige groep bottle-nose dolfijnen vereren ons snuivend en plonzend met een bezoek. We kijken uit op een leeg zandstrand met daarachter wat heerlijk geurende pijnbomen en lage struiken. De andere kant, maar ver weg, zien we de pijpen van het industriegebied. ’s Avonds koken we allemaal wat lekkers en hebben zo een uitgebreid en gezellig verjaardagsdiner met een fantastische appeltaart toe.

We zijn een paar dagen eerder weggevlucht uit Cascais na een onrustige avond en nacht met windvlagen tot windkracht 7. Zo’n vijftiental schepen, inclusief wijzelf, lag te zwaaien aan hun ankers. We hebben tot een uur of twee ankerwacht gehouden om te kijken of alles wel goed ging. Daarna nam de wind af. Voor die tijd lukte slapen toch niet goed met dat gezwier en getrek aan het anker.

Vanuit Cascais hebben we met de bus een trip gemaakt naar Sintra, voorheen de zomerresidentie van de koningen van Portugal. Beneden in het stadje is het druk en toeristische met dito prijzen. We bezoeken het hoog gelegen Palácio Nacional de Pena, oorspronkelijk een laatgotische kapel. In de 19e eeuw is deze uitgebreid tot een gigantisch neogotisch paleis met felgele torens, koepels en kantelen. Binnen prachtige badkamers met marmeren wasbakken en een bizarre laat-Victoriaanse inrichting met protserige meubels en uitbundig gedecoreerde muren. Er hangt zelfs een soort ‘telefooncentrale’ van 1 bij 2 meter, een hoorn, twee chromen bellen en de mogelijkheid om 6 nummers in te pluggen. Het park bij het paleis is groot met romantische rotsen, waterpartijen, prieeltjes en uitkijkpunten.

We varen naar Sesimbra, prachtig gelegen tussen beschutte kliffen, maar verpest door monsterlijke vakantieappartementen op de omringende heuvels. Van daaruit zeilen we langs ruige, onbegroeide hellingen naar Setúbal en komen langs Arráriba, volgens de boekjes één van de mooiste baaien van Europa met hoog op de begroeide heuvels het gelijknamige klooster. In het oude centrum van Setúbal eten we in een betegelde Portugese ‘cantina’, Choco’s estufados com tinta – een heftige schotel van inktvissen in eigen inkt en Açorda de camarão – een machtige broodpap met garnalen. Oeps. Het avondeten slaan we maar over.

De laatste nacht in de Sado is onrustig door een combinatie van harde (niet voorspelde) wind en tegenstroom van de rivier. We liggen te hobbelen op de golven en de wind rukt aan het anker.

In een prachtige tocht met blauwe lucht en een half windje, zeilen we de volgende morgen samen met de Spirit naar Sines, een plaatsje zo onbeduidend dat het niet in de reisgids beschreven is. Geheel ten onrechte want het oude stadje is onbedorven met een prachtig Vasco da Gama museum. Onderweg krijgen we nog even gezelschap van een paar dolfijnen. In de baai van Sines wachten we de voorspelde harde wind af voordat we bij Cabo Sao Vicente de hoek omslaan naar de Algarve.

1 opmerking:

  1. Dag Riet(Ria) en Rutger, wat een prachtige foto's van een prachtig land en mooi kustgebieden.
    Super.

    BeantwoordenVerwijderen